In ons dagelijkse leven komen we veel mensen tegen. Maar sommige mensen die we tegenkomen blijven ons meer bij dan anderen. Ze gaan net een stap verder dan wat van ze verwacht wordt in hun rol van leraar, buurman, decaan etc. Ze leren ons iets over onszelf.
Als ik terugdenk aan mijn mentors dan poppen er meteen enkele in mijn gedachten op.
1. Gerard Bergers, mijn studentendecaan op de SPH. Ik ging naar hem toe voor informatie en advies over studiefinanciering. Dat kreeg ik, maar ik leerde nog veel meer van hem in de gesprekken die hier op volgden. We spraken over hoe ik in het leven stond en wat ik uit het leven wilde halen. Hij gaf me inzicht in mezelf, vertelde me dat ik zeer waarschijnlijk hoogdbegaafd was (iets wat bleek te kloppen en mijn hele beeld over mijzelf op zijn kop zette, tot die tijd dacht ik dat ik een raar en niet zo pienter iemand was), en hielp me op weg om mijn wens als trainer en coach te realiseren. Hij had geen tijd in me hoeven te steken, zeker niet de vele gesprekken, maar hij deed het toch en plande me in in zijn drukke agenda. Ik ben hem nog steeds dankbaar voor zijn lessen en pluk nog steeds de vruchten van zijn adviezen.
2. Meneer Vries, mijn maatschappijleraar op de middelbare school. Het was mijn eindexamenjaar van de Mavo (ik was afgezakt van Havo naar Mavo). Aan wiskunde had ik een gruwelijke hekel en had hierdoor vele lessen gespijbeld. Zoveel dat mijn wiskundelerares me niet meer herkende toen ik tegen het einde van het jaar weer eens kwam opdagen. Vanwege dit gemis en de gruwelijke hekel besloot ik mijn eindexamen wiskunde op D-niveau te maken (het laagste niveau). Ik zat in de gymzaal waar het eindexamen werd afgenomen, samen met medestudenten van meerdere klassen. Meneer Vries had toezicht en deelde de examens uit. Bij mij aangekomen keek hij naar het examenfomulier en ontplofte toen hij zag dat ik het op D-niveau wilde maken. Hij begon luidkeels een tirade, tot mijn grote schaamte in de volle gymzaal. Hij riep me toe hoe ik het in mijn hoofd haalde om wiskunde op D-niveau te maken. Ik zat al onder mijn niveau volgens hem en dan deed ik nog dit ook! Hij smeet me het examenformulier toe en liep verder. Met een rood hoofd en de blikken van mijn medestudenten op mij gericht bleef ik achter. Hoe ongemakkelijk ik me toen ook voelde door zijn actie, ik ben hem er nog steeds dankbaar voor. Want hij liet me voelen dat er meer in me zat, dan dat ik zelf dacht en zette me aan het denken.
Welke mentors hadden invloed op jouw leven? Ik lees je voorbeelden graag!
Mijn mentoren?
Mijn Mentoren zijn alle waarmee ik een gesprek aanga dat vanzelf verder loopt (zonder dat daar moeite voor gedaan hoeft te worden). Andere noemen dat filloseferen, ik noem het interesant.
Er zijn mensen geweest die ik bewust heb opgezocht en waarvan ik ook kreeg wat ik dacht dat ik zou krijgen… maar noem ik die dan een mentor?
Als de eeuwige dislect, voel ik mij geprezen met deze ‘handicap’, die in mijn ogen geen handicap is, maar een talent. Deze zorgt voor een creatief denk proces, waardoor ik (soms onbedoeld) van de gebaande paden afdwaal. Soms heb ik daarbij het genoegen om iemand mee te nemen. Dat is fijn en doet goed! Daarbij heb ik ook gemerkt dat als iemand zijn/haar eigen ongebaande pad heeft gevonden, ik niet meer de behoefte heb om verder mee te lopen. Dan laat ik hen met een brede glimlach verder gaan…
Mentoren? Een interessante theorie, waar ik het eigenlijk helemaal mee eens ben, maar moeilijk vind toe te passen op mijn eigen huidige bestaan.
Rik
ps: Geen idee waarom ik dit schrijf…