Wie wel eens in Amerika is geweest, weet dat één cliche over dat land echt waar is: Amerikanen zijn verzot op fastfood. Op elke hoek van de straat kun je een snacktent vinden. Als je echter groente of ander gezond voedsel wilt, kun je lang zoeken. Sommige wijken worden wel “voedselwoestijnen” genoemd, omdat er in de verre omtrek geen vers voedsel verkocht wordt. Creatief als de Amerikanen zijn, hebben ze gelukkig ook al een oplossing: SPIN farming, Small Plot INtensive farming. Of in gewoon Nederlands: intensief boeren op een klein lapje grond.
SPIN farming is volgens spinfarming.com “een eenvoudig te leren en goedkope manier” om te boeren op kleine stukjes grond van minder dan een voetbalveld groot. Vooral in de VS en Canada wordt deze methode steeds meer gebruikt om stedelingen van vers, goedkoop en betrouwbaar voedsel te voorzien.
In Dagblad Trouw van enige tijd geleden stond een interview met Will Allen, een voormalige basketballer die in Chicago verlaten sportvelden en andere terreinen in de stad om bouwde tot bloeiende én winstgevende groente bedrijven. Mensen uit de buurt betrok hij bij het telen van zijn groente, zodat zijn bedrijf ook meer dan geld opleverde:
“Je eigen voedsel telen maakt mensen zelfbewust en sterk. Je krijgt een band met de grond waarop je leeft en tevens een band met mensen om je heen. Voedsel is een machtige bindende kracht, je kunt er hechte gemeenschappen mee scheppen.”
Nederland is wat de beschikbaarheid van groentes betreft heel anders dan de Verenigde Staten, gelukkig. Maar ik denk wel dat een aantal principes van SPIN farming ook in ons land gebruikt kunnen worden. Ook in onze steden zijn gebieden die zinnig gebruikt kunnen worden voor intensieve groenteteelt.
Denk je eens in: een komkommer die je van jongsaf hebt zien opgroeien smaakt toch veel lekkerder dan zo’n knakker uit een anonieme kas?
Tekst gebasseerd op Trouw.nl en Spinfarming.com
Bron: Hetkanwel
Blogger: St. Maarten