Uitstelgedrag is een signaal! In dit artikel kun je lezen hoe je er achter kunt komen wat maakt dat je uitstelt.
Het vergroten van motivatie staat bij aardig wat van mijn klanten op het wenslijstje. Motivatie om verschillende doelen te bereiken. Bijvoorbeeld;
- om werk niet meer langer voor zich uit te schuiven,
- om te gaan solliciteren voor een nieuwe baan,
- om af te vallen,
- enzovoorts.
Kortom; om af te komen van hun uitstelgedrag en eindelijk eens in actie te komen. Vaak gaat dit gepaard met een strenge toon ten aanzien van zichzelf en krijgen ze het beeld van zichzelf dat ze lui zijn, hopeloos en zo verder. Dat dit schadelijk is voor het zelfvertrouwen moge duidelijk zijn.
Mijn ervaring is dat als je iets wilt en je komt er niet toe, er iets mee aan de hand is. Ik noem dit een signaal. Vaak is het zo, dat een gedeelte van die persoon wel wil en een sterker gedeelte niet. Enkele voorbeelden om dit duidelijk te maken.
Voorbeeld.
Iemand wil heel graag een nieuwe baan, maar zit werkeloos thuis. Aan de ene kant wil hij heel graag een andere baan, aan de andere kant houdt iets hem tegen. Hij schrijft geen enkele sollicitatie brief en vraagt aan niemand van zijn kennissen of zij nog een vacature weten. In zijn hoofd gebeurt het volgende: “ Ik ben te oud, niemand gaat me nog in dienst nemen”.
Deze gedachtegang weerhoudt deze persoon van eventuele mogelijkheden en dus ook eventuele verandering. Hij staat er niet voor open omdat hij het in zijn hoofd al heeft opgegeven.
Maar stel hij zou toch ergens een sollicitatiegesprek krijgen? Welke indruk zou deze persoon maken met bovenstaande zin in zijn hoofd heeft? Wat zou hij uitstralen en welke toon zouden zijn woorden hebben? Waarschijnlijk totaal anders dan iemand die er vol voor gaat en in zijn hoofd heeft:
“Mijn leeftijd is een pré, ik heb veel ervaring en kan nog veel mensen iets leren.”
Voorbeeld.
Iemand wil heel graag meer vrije tijd. Hij wil meer tijd door brengen met zijn vrouw en kinderen en wil ook zijn oude hobby’s nieuw leven inblazen. Keer op keer lukt het hem niet om dit voor elkaar te krijgen. Hij baalt hier van als een stekker. Zouden we in zijn hoofd kunnen kijken dan zouden we allerlei motieven vinden die er voor zorgen dat hij langer doorwerkt. Zoals “Ik wil een goede indruk maken op de baas” , “Zonder mij loopt alles in de soep”. Duidelijk is dan dat er een spanningsveld gaat optreden bij deze man tussen werk en vrije tijd. De werkmotieven in dit voorbeeld zijn sterker dan de vrijetijdsmotieven, waardoor het hem ook keer op keer niet lukt.
Als deze mensen met hun problemen bij me komen, kijk ik hier met een milde blik naar. Ik help hen om hier ook mild en oordeelloos naar te kunnen kijken. Vervolgens kijk ik samen met hen naar wat ze “echt” willen en wat hen tegenhoudt. Echt staat tussen aanhalingsteken omdat er ook situaties zijn waarin mensen denken dat ze dit willen, maar dat ze bij nader inzien het toch niet willen. Hieronder een algemeen voorbeeld hiervan gebaseerd op ervaringen met diverse klanten.
Voorbeeld.
Een klant wilde een extra project doen, aanvullend op zijn fulltime takenpakket. Het kostte hem veel moeite en er was omtrent de vergaderingen van deze projecten ook altijd spanning bij hem. Hij vroeg me hem te helpen om zijn motivatie voor zijn activiteiten te verhogen en zijn spanningen te verminderen. Uit ons gesprek kwam naar voren dat hij en de andere betrokkenen bij dit project niet bij elkaar pasten. Bij doorvragen bleek ook dat hij zelf dit project niet zo leuk vond.
Aan de ene kant wil hij graag extra projecten draaien en aan de andere kant wil hij dit niet. Dit contrast bezorgde hem veel spanning. Belangrijk was dus om te onderzoeken wat hier achter zat.
Bij deze klant was sprake van een verborgen motief. Hij kon er namelijk niet tegen dat mensen hem niet mochten of verkeerd over hem dachten. De mensen die betrokken waren bij de projecten mochten hem niet, althans dat had hij zelf geconcludeerd. Dit was zo’n sterk motief dat hij persé met deze mensen wilde samenwerken, zodat ze anders over hem konden denken.
Toen we dit eenmaal helder hadden en dit in constructieve banen hadden geleid, kon hij weer helder denken. Hij wist dat deze projecten en deze mensen niet bij hem pasten en dat dit ook prima was. Niet iedereen hoefde hem meer aardig te vinden of goed over hem te denken. Hij besloot dan ook zijn energie te gaan richten op zaken die wel bij hem pasten.
Het klinkt misschien vergezocht, maar gebaseerd op mijn ervaringen zijn er veel mensen die op basis van dit soort onzuivere motivaties beslissingen maken. Mensen hoog en laag opgeleid, van stratenbouwer tot algemeen directeur.
Oefening! Motivatiebalans
Een heel simpel hulpmiddel om je motieven in kaart te brengen waarom je iets wel of niet doet is het volgende. Pak een A4 en schrijf boven aan waar je mee zit.Splits het blaadje in twee, door een lijn in het midden te trekken. In een kolom schrijf je de voordelen en in de andere nadelen.
Kijk vervolgens of de antwoorden in balans zijn of niet. Als ze in balans zijn, dan is het moeilijk om in beweging te komen. Want de voordelen wegen op tegen de nadelen en andersom. Als ze niet in balans zijn, dan is er beweging mogelijk. Alleen dan is het de vraag of de beweging voor jou juiste de kant uitgaat. Wat de uitkomst ook is, het helpt je meer inzicht in je beweegreden te krijgen.Soms kun je toch het gevoel krijgen dat je er zo niet uitkomt. Vraag dan iemand om zo objectief mogelijk met je mee te kijken. Ook hierin kan een coach deuren in je denken openen, die voor jezelf nog gesloten waren. Het kan echter ook een goede vriend(in) of collega zijn. Iemand anders ziet vaak zaken vanuit een ander perspectief en dit kan je net dat inzicht geven om je verder te helpen.
“Tegenspoed schudt talenten wakker die bij voorspoed nooit zouden ontwaken.”
Horatius
Hoi Ludo.
Goed artikel.